Ouderenzorginstelling Avoord doorliep afgelopen september de toetredingsvisitatie van Topcare. Bestuurder Martin den Hartog over wat het Topcare-keurmerk voor de Noord-Brabantse instelling betekent. ‘Het is een intrinsieke verandering van je organisatie.’
Avoord is een middelgrote organisatie die naast intramurale zorg ook thuiszorg, welzijnsactiviteiten en hospicezorg biedt. De welzijnsactiviteiten zijn erop gericht om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen en eenzaamheid te voorkomen, vertelt Den Hartog. ‘Avoord is warm en betrokken en staat open voor vernieuwende initiatieven.’
Vaardigheden behouden
Dat Avoord innovatief te werk gaat, blijkt onder andere uit hun benadering van dementie. Dit is dan ook het speerpunt van de instelling als aspirant-deelnemer van Topcare. ‘We zagen dat dementie nog ontbrak in het Topcare spectrum,’ vertelt Den Hartog. ‘Terwijl de meeste mensen in verpleeghuizen lijden aan dementie. Traditioneel gezien hebben verpleeghuizen, anders dan bijvoorbeeld ziekenhuizen, geen geschiedenis met wetenschappelijke onderzoek. Ik vind het een maatschappelijke verantwoordelijkheid om de verbinding tussen zorg en onderzoek te leggen. Zo helpen we de zorg verder. Daarom is het zo belangrijk dat Topcare hiermee bezig is.’
Avoord werkt nauw samen met verschillende universiteiten. Het onderzoek van Den Hartog en zijn collega’s begon met de vraag aan cliënten met dementie wat zíj belangrijk vinden. Het antwoord: geef ons een pil tegen dementie. ‘Die hebben we natuurlijk niet,’ verklaart Den Hartog. ‘Dus vroegen we: wat is een second best? Dat we bepaalde vaardigheden zo lang mogelijk kunnen behouden, klonk het terug. Die vaardigheden hebben te maken met waar cliënten met dementie hun identiteit aan ontlenen.’ Om dit doel te bereiken, ontwikkelde Avoord samen met de VU, Radboud Universiteit en Tilburg University programma’s en methodes voor de medewerkers van de zorginstelling.
Acccordeon
Een van deze methodes is mensen vaardigheden die ze ooit hadden, opnieuw aan te leren. ‘We laten de cliënt zo veel mogelijk in de regie om te bepalen welke vaardigheid hij wilt behouden. Een cliënt speelde als kind al accordeon. Sinds hij dement werd, veronderstelde iedereen dat hij dit niet meer kon. Samen met zijn zus, die ook accordeon speelt, heeft hij het spelen opnieuw aangeleerd. Door te focussen op vaardigheden die mensen ooit hadden, geef je demente mensen zekerheid.’ Den Hartog legt uit: ‘Als je een persoon met dementie een fotoboek voorhoudt en bij iedere nieuwe foto vraagt: “Weet je nog wie dit is?”. Meestal weet iemand dat dan niet. Dat is frustrerend voor de betrokkene: die wordt geïrriteerd, verdrietig en soms agressief. We noemen dat persoonsondermijnend. In plaats van steeds te focussen op het geheugenverlies, kun je dus beter zoeken naar wat iemand nog wél kan.’
De medewerkers van zorginstellingen zijn over het algemeen niet speciaal opgeleid om dergelijke methodes te ontwikkelen, zegt Den Hartog. ‘Aan de beantwoording van de vragen die bij cliënten of zorgmedewerkers leven, kan de wetenschap dus veel bijdragen.’ Het eerste deel van het onderzoek is inmiddels afgerond. Avoord gaat zich er nu samen met de universiteiten op richten de ontwikkelde methodes toe te spitsen op de zorg in de wijk. ‘We kijken of mensen al in een eerder stadium van dementie hun vaardigheden opnieuw kunnen leren. In de wijken zijn niet de verpleegkundigen maar mantelzorgers de constante factor. We willen hun tools geven om onze methodes toe te passen.’
Ontdekkingsreis
Tot het programma dat aspirant-leden van Topcare doorlopen behoren allerlei activiteiten. Den Hartog is hier enthousiast over. ‘Je krijgt hierdoor veel kennis. Je leert veel van hoe anderen organisaties dingen doen en de wetenschap die daar aanwezig is. We hebben andere instellingen ook laten reflecteren op ons onderzoek. Je ziet hoe leuk het is om de praktijk met de wetenschap te verbinden en andersom.’
De bestuurder raadt andere instellingen dan ook aan om het traject te doorlopen. Wel zegt hij: ‘Je moet wel overtuigd zijn dat je dit echt wilt. Het is een intrinsieke verandering van je organisatie: het gaat door alle gelederen heen. Als je er écht van overtuigd bent dat je een verbinding wil leggen tussen praktijk en wetenschap dan is het heel goed. Maar besef dat je erin moet investeren: het kost tijd en geld en dat moet je er echt voor willen vrijmaken.’
Volgens Den Hartog betaalt deze investering zich zeker terug. ‘In de zorg voor de cliënt, maar ook doordat een bepaalde categorie zorgmedewerkers zich aangetrokken voelt door deze manier van werken. Je mag als medewerker nieuwsgierig zijn, op ontdekkingsreis gaan. Je vergroot dus de aantrekkelijkheid van je organisatie, waardoor meer mensen nieuwsgierig worden, op zoek gaan naar antwoorden op vragen en mee gaan doen met onderzoek – wat weer een gunstig effect heeft op de zorg voor de bewoners. Op deze manier wordt, met behulp van Topcare, de verbinding tussen praktijk en wetenschap gestimuleerd, op een hoger niveau gecreëerd én wordt de zorg verbeterd.’
In december besluit het bestuur over de toetreding van Avoord.