Terug naar overzicht

Onlangs kreeg verpleeghuis Slingedael bezoek van Topcare voor de Ontwikkel-audit. Een mooi moment om stil te staan bij vier jaar samenwerking met onderzoekers. ‘Veel dingen weet je wel, maar je hebt cijfers nodig om ze te onderbouwen.’

Manager Korsakov Lidy Bezemer is blij dat Slingedael in 2015 de samenwerking aanging met onderzoekers van de Universiteit Utrecht. In dat jaar ontving Slingedael het Topcare-predicaat. ‘Ssamenwerken met een onderzoekscentrum is een van de eisen vanuit Topcare’, vertelt Lidy. ‘In het begin vroeg ik me wel af hoe we dat moesten doen.  We waren het niet gewend om samen te werken met een hoogleraar.’

Onderzoekscultuur

Die hoogleraar is Prof. dr. Albert Postma, cognitief- en neuropsycholoog aan de Universiteit Utrecht. In 2015 zette hij samen met een aantal promovendi een onderzoekscommissie op in Slingedael. ‘Het team inspireert mensen tot nieuwe manieren van onderzoek doen. We denken mee over het opzetten van een onderzoekscultuur: welke mogelijkheden zijn er voor nieuw onderzoek, hoe pas je lopend onderzoek toe en breid je het uit? We geven onderwijs en organiseren seminars. Bij dat alles proberen we de werkvloer te betrekken.’

Buiten lopen

Albert en zijn team onderzoeken thema’s als eenzaamheid en eigen regie. ‘We deden bijvoorbeeld een studie naar de vraag of mensen met Korsakov een nieuwe looproute kunnen aanleren. We liepen met bewoners een bepaalde route, en lieten hen zelf weer teruglopen. Het bleek dat sommige mensen met Korsakov die route inderdaad onthouden. Ze doen dat minder goed dan gezonde mensen, maar ze kunnen nog wel íets. Terwijl we voorheen dachten dat dit onmogelijk was. Daar hebben we een mooie publicatie over gemaakt.’

Laatst liep Albert over het terrein van Slingedael, toen hij ineens een bewoner zag lopen. ‘Ik dacht dat bewoners niet naar buiten mochten. Toen ik het navroeg bij de receptie, bleek dat deze meneer iedere dag een rondje mag lopen. Ik hoorde later dat dit komt door ons onderzoek: sinds men weet dat ze routes kunnen onthouden, mogen sommige bewoners naar buiten. We hebben die bewoners een stuk autonomie teruggegeven.’

Stemmen voor disco-avond

In het kader van eenzaamheid hield de onderzoekscommissie ook interviews met de bewoners. Ze brachten een boekje uit, waarin de bewoners vertellen over momenten van eenzaamheid. ‘Wij dachten altijd dat ze met een druk programma minder eenzaam zouden zijn’, vertelt Lidy. ‘Maar uit het onderzoek bleek dat eenzaamheid veel meer zit in gebrek aan persoonlijk contact, dan aan een gevuld dagprogramma. Dat is iets dat we natuurlijk wel vermoedden, maar nu ook met feiten en cijfers konden onderbouwen.’

Met die cijfers kon Slingedael makkelijker meerwerk aanvragen. Lidy: ‘We zijn gespreksgroepen gestart en we hebben woongroepbegeleiders aangenomen. Met deze hulp laten we bewoners bijvoorbeeld stemmen voor activiteiten. Ze gaan nu regelmatig mee boodschappen doen, en laatst hebben ze zelf gekozen voor een disco-avond. De bewoners vinden dit soort dingen schitterend: ze mogen lekker naar buiten, kopen iets voor zichzelf of voor de groep. Een van de bewoners kan door de hulp weer zelf douchen. Deze dingen geven eigen regie, en er is meer contact. Daardoor voelen de bewoners zich gelukkiger.’

Topcare

Onlangs sloot Albert met Slingedael een nieuw contract af voor nog eens vier jaar onderzoek. Hij ziet dat het Topcare-predicaat van waarde is voor de zorginstelling. ‘Je wordt als instelling vooral serieus genomen door wat je zelf bent en doet, maar het predicaat helpt daar zeker bij. Het is een soort keurmerk dat je naar buiten kunt brengen. Dat helpt bijvoorbeeld als je financiering voor bepaalde dingen nodig hebt. Ook is er door Topcare meer kennisuitwisseling met andere zorginstellingen. Je moet wel tijd kunnen en willen investeren, zoals in de visitatie die we onlangs hadden.’

Lidy is blij dat ze met Topcare ging samenwerken. ‘De verandercultuur van Topcare is nu ook in onze eigen cultuur geïntegreerd. Als we iets signaleren, zoals een bewoner die zelf kan douchen maar daar de tijd niet voor neemt, dan delen we die informatie met elkaar. Zodat we er allemaal van leren, en kunnen zoeken naar oplossingen.’ De audit was voor Lidy een positieve ervaring. ‘Ik zit hier nu 9,5 jaar, dan kun je blind worden voor sommige dingen. Het is heel goed om door de ogen van externen te kijken en feedback te krijgen op je eigen processen.’