Terug naar overzicht

In de geriatrische revalidatiezorg is veel mogelijk, maar die mogelijkheden worden nog lang niet altijd benut. Wél is er veel geld om de kansen te onderzoeken. Tijd dus voor een landelijke onderzoeksagenda. Een voorzet voor die agenda werd 26 maart gegeven op de Praktijk- en Wetenschapsdag van Topcare, waar verschillende onderzoeken die Topcare-centra doen in de schijnwerpers stonden.

 ‘De Nederlandse gezondheidszorg staat in de wereldwijde top 3, maar de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) loopt hier erg op achter.’ Met deze woorden opende Marco Wisse, directeur van Vivium Zorggroep, de wetenschapsmiddag in verpleeghuis Naarderheem. Cees Hertogh, hoogleraar ouderengeneeskunde & ethiek van de zorg, wees op de bewijslast die op dit moment op de GRZ rust. ‘Vanuit onder andere het ministerie hebben we structurele financiering gekregen. Hier zijn we heel trots op, maar het geeft ook een enorme verantwoordelijkheid.

Zeiltocht

Met de financiering worden onder meer ontwikkelpraktijken op poten gezet: samenwerkingen tussen zorginstellingen en onderzoekers. Vanuit de praktijken worden science practitioners opgeleid. Cees Hertogh: ‘Het is als het beginnen van een zeiltocht zonder elektronisch kompas. Een avontuur dat we met z’n allen aangaan en waarbij we elkaar goed moeten vasthouden. Dan gaat het iets heel moois worden.’

Samenwerken

Hoe ziet zo’n ontwikkelpraktijk eruit? In de eerste GRZ-ontwikkelpraktijk slaan Topcare-centrum Vivium Naarderheem en de kandidaten Zonnehuisgroep Amstelland, en GRZPlus (Zorgcirkel/Omring) de handen ineen. Op de Praktijk- en Wetenschapsdag ondertekenen ze – als verrassing voor de aanwezigen –  een overeenkomst om gezamenlijk twee thema’s te gaan onderzoeken: ambulante revalidatie en kwaliteit van zorg. Vanuit het veld, dus bottom-up, zullen ze deze thema’s ontwikkelen. Dat betekent dat binnen de zorgcentra medewerkers en onderzoekers samen praktijkonderzoek doen, gebaseerd op wat ze zien gebeuren op de werkvloer.

Met IPad eerder naar huis

Welke ontwikkelingen kunnen dit soort onderzoeken voortbrengen? Met behulp van technologie kan bijvoorbeeld het traject van klinische revalidatie korter worden, of zelfs worden vervangen. Denk aan mensen die met behulp van een IPad eerder naar huis kunnen om daar verder te revalideren. Of mensen met vasculaire cognitieve beperkingen, die nu vaak onvoldoende herkend worden en vaak lang buiten beeld blijven. Ze worden vaak pas geholpen als er iets gebeurt, ze bijvoorbeeld vallen. Op basis van onderzoek kan deze groep eerder geholpen worden.

De juiste vragen

Het tweede thema, de kwaliteit van de GRZ, roept in eerste instantie vooral fundamentele vragen op. Want wat is dat, kwaliteit? Wat houden termen in als ‘doeltreffend’, ‘doelmatig’, ‘cliëntgericht’? Wat betekent ‘kwaliteit van leven’. En hoe meet je al deze dingen? Cees Hertogh: ‘We meten vaak zonder dat we eerst een concept hiervoor hebben vastgesteld. Er zijn bijvoorbeeld mensen in een rolstoel die hun kwaliteit van leven hoger waarderen dan de persoon die naast de rolstoel meeloopt.’ Je kunt, aldus Cees Hertogh, ‘beter een vaag antwoord geven op de juiste vraag, dan een exact antwoord op een onjuist gestelde vraag.’

Uitdagende revalidatie

In dit eerste gedeelte van de Prakijk- en Wetenschapsdag krijgen twee lopende theoretische onderzoeken de aandacht. Lian Tijsen doet onderzoek naar ‘uitdagende revalidatie’. Ze richt zich daarbij op de vraag wat het klimaat rondom revalidatie zou moeten zijn. Want wat nu ‘therapeutische revalidatie’ heet, legt de nadruk erg op de therapeuten. Lian Tijsen: ‘Maar het draait helemaal niet om de therapeuten. De patiënt en het hele team om de patiënt heen, maken met z’n allen deel uit van de revalidatie.’ Een ‘uitdagende revalidatie omgeving’ moet bestaan uit een aantal elementen, die er allen samen voor zorgen dat de patiënt zo snel mogelijk revalideert.

Juist klimaat

Ook onderzoeker Roland van Peppen stelt zichzelf de vraag wat het juiste klimaat is om te revalideren. ‘In wat voor omgeving laten we onze cliënten revalideren, en zijn ze in staat het thuis weer op te pakken?’ Begrippen die zowel bij Roland van Peppen als bij Lian Tijsen terugkomen zijn ‘eigen regie’, een ‘stimulerende omgeving’, een ‘professionele attitude’ en ‘teamdynamiek’. Want hoe anders zal een cliënt zich voelen op een afdeling met klinische, witte muren, dan op een afdeling waar de muren vol kunst en mooie foto’s hangen? Of er een sportapparaat in de gang staat? Het is daarnaast voor beide onderzoekers belangrijk dat het team om de cliënt heen – dat horen bijvoorbeeld ook mantelzorgers bij – interdisciplinair met elkaar samenwerkt en overlegt. ‘Veel mensen in de GRZ werkten vroeger in de langdurige zorg’, legt Roland van Peppen uit. ‘Dat is iets heel anders dan revalidatie. Hier is het bijvoorbeeld belangrijk dat de cliënt zelf zoveel mogelijk mee kan denken en beslissen.’

Praktische onderzoeken

In het tweede gedeelte van de Wetenschapsdag gingen verschillende workshops in op de praktische onderzoeken die binnen de Topcare-centra worden gedaan. Een overzicht hiervan volgt later.