Terug naar overzicht

In de Nederlandse ouderenzorg wordt al heel lang multidisciplinair samengewerkt. Toch bestond er nooit multidisciplinaire intervisie (MI). Tot voor kort dan, want bij Nieuw Toutenburg (Noorderbreedte) startte een team van zorgmedewerkers –  in het kader van de Topcare Scholing – een MI-groep. ‘Met multidisciplinaire intervisie krijg je ook de visies buiten je eigen cirkel mee. Dat is zo waardevol.’

‘Multidisciplinaire intervisie was het onderwerp waarnaar we onderzoek deden tijdens de Topcare Scholing’, vertelt Gea van Dijk. Zij is adviseur kwaliteit en innovatie, en Associate Lector ‘Ouderen met psychische problemen’. ‘Voor de scholing zelf werkten de zorgverleners al multidisciplinair, dus dat was een mooie setting voor dit onderzoek.’

Brede visie over jezelf

Alie Ferwerda is medisch maatschappelijk werker bij Nieuw Toutenburg en een van de leden van de onderzoeksgroep. ‘Op het onderzoek volgde een MI-pilot. Hiervoor kwamen we samen met verschillende disciplines: een arts, psycholoog, muziektherapeut, zorgmedewerkers, facilitair medewerkers enzovoorts. Alle mensen die te maken hebben met de bewoners dus.’

Hassèl van Veenendaal, zorgmedewerker bij Nieuw Toutenburg: ‘MI was nog nergens in Nederland bekend. We zijn begonnen met multidisciplinair brainstormen. Later maakten we met de pilot een echt overleg waarbij iemand een casus inbrengt. Eerder gaven we wel dingen aan elkaar door, maar was er niet deze interdisciplinaire terugkoppeling.’ Gea: ‘Bewoners worden altijd al veel besproken, maar de intervisie gaat over iets wat die bewoners bij de zorgmedewerkers oproepen. Het gaat dus over jezelf en wat er met jou gebeurt, met de bedoeling daar een bredere visie over te krijgen.’

Erkenning

Zo bracht een facilitair medewerker de casus in dat hij regelmatig met bewoners samen de kamer schoonmaakt, en dat bewoners hem daarbij soms dingen vertellen die ze de zorgmedewerkers en artsen niet vertellen. Alie: ‘De eigen vragen en reflecties staan centraal. Wat doet een casus met je, hoe ga je ermee om? Daar gingen we met elkaar over in gesprek.’ Multidisciplinaire intervisie heeft dan een meerwaarde, ziet Hassèl: ‘Je hoort visies van mensen buiten je eigen cirkeltje, krijgt tips en tricks van buiten je eigen vakgebied. Dat is heel waardevol: het verruimt je blik.’

Naast trips en tricks is erkenning een belangrijke waarde van intervisie. Alie: ‘Iemand in de groep gaf aan dat ze bepaald gedrag van een bewoner eng en moeilijk vond. Tijdens de sessie kreeg ze van verschillende mensen te horen dat ze zich in haar angst herkenden. Dat was voor haar een waardevolle beleving: ze begreep dat het niet raar is om bepaald gedrag in de zorg moeilijk te vinden. Dat deze erkenning vanuit verschillende disciplines kwam, gaf haar extra steun.’

Vertrouwen in elkaar

‘Niet alleen de inbrenger van een casus heeft iets aan de feedback, maar alle andere deelnemers ook’, ziet Gea. ‘Voor het onderzoek hebben de deelnemers vragenlijsten ingevuld: vóór en na de pilot. Hierop konden ze hun ervaringen delen. Je verwacht grote verschillen per deelnemer, maar er bleek helemaal niet veel verschil te zijn. Van arts tot schoonmaker vond iedereen het spannend en vroeg men zich af of er vertrouwen was, en wat MI zou betekenen voor zijn of haar professioneel handelen. Dat feit had meteen effect op het vertrouwen in elkaar en op de samenwerking.’

Start MI-groep

De onderzoekers bekeken specifiek of MI verschil maakt in het professioneel handelen van de medewerkers. Hassèl: ‘Dat hebben we nog niet concreet aantoonbaar kunnen maken omdat we er nog niet inhoudelijk diep genoeg naar hebben gevraagd.’ Gea: ‘Eerst wilden we specifiek onderzoeken of en wát maakt dat zorgmedewerkers iets aan MI hebben.’ Alie: ‘Uit de pilot kwam dat men open staat voor structurele multidisciplinaire intervisie. Nieuw Toutenburg verhuisde in november naar een nieuw gebouw. Nu kunnen we structureel met de intervisiegroep gaan starten.’ Zou ze andere zorgcentra ook aanraden met MI te gaan werken? Alie: ‘Ja, alle deelnemers waren zo positief dat we dat zeker kunnen aanbevelen.’