Terug naar overzicht

Negen jaar geleden legde Wilco Achterberg, specialist ouderengeneeskunde en hoogleraar aan het LUMC, de eerste fundamenten voor een Topcare-onderzoekscultuur binnen zorgcentrum Topaz. Die cultuur moet uiteindelijk de langdurige zorg voor patiënten met de ziekte van Huntington verbeteren. Inmiddels is het doen van onderzoek al flink doorgedrongen in de vezels van Topaz. We vroegen Wilco hoe het is om als hoogleraar praktijkgericht onderzoek te doen, en te onderwijzen.

Wat is het voordeel van een onderzoekscultuur in de verpleeghuiszorg?

‘We zien dat zo’n cultuur de kwaliteit van de zorg verbetert. Ik ben daarom groot voorstander van academisering van de verpleeghuiszorg. In de curatieve zorg bestaat die onderzoeksstructuur al: academische ziekenhuizen doen onderzoek, geven onderwijs. In de langdurige zorg zie ik voor me dat op dezelfde manier een aantal onderzoekscentra de zorg ontwikkelen. Topcare en de  verpleeghuizen in universitaire verpleeghuisnetwerken hebben daar een belangrijke rol in.’

Waarom ben je in 2010 gaan samenwerken met Topaz?

‘Via de universiteit was ik indertijd al aanjager van kwaliteitsverbetering in de langdurige zorg in het verpleeghuisnetwerk. Topcare verricht die taak nog specifieker: onderzoek naar zorg gericht op een bepaalde doelgroep. Dat sprak me erg aan. En de ziekte van Huntington sprak me aan omdat die een complexe problematiek heeft: psychiatrisch, sociaal-emotioneel, fysiek. Topaz is het grootste verpleeghuis voor patiënten met Huntington ter wereld. Er zitten heel goede medewerkers.’

Hoe vind je het om bij Topaz praktijkgericht onderzoek te doen?

‘Mijn ervaring is tot nu toe heel positief. Ik zie dat professionals enthousiast worden door de kwaliteitsverbetering die we bereiken. Je ziet de zorg verbeteren, er worden betere keuzes gemaakt. Behandelmethoden zijn bijvoorbeeld geschrapt terwijl aan de andere kant nieuwe behandelmethoden, zoals wandeltherapie, zijn gestart. Ook in de transfers – patiënten die van hun stoel naar het bed of bijvoorbeeld het toilet moeten komen – is veel verbeterd. Daar waren eerder alleen algemene richtlijnen voor, terwijl het bij mensen met Huntington ingewikkelder ligt omdat ze zich vaak op een andere manier bewegen. Dit is nu allemaal mooi vastgelegd in een transferhandboek. Het onderzoek levert dus wat op, en dat is leuk.’

‘Door het onderzoek is ook veel meer bekend geworden over het gedrag van mensen met Huntington. Mensen die in andere zorginstellingen niet behandelbaar waren door hun gedrag, kunnen hierdoor wel bij ons terecht. Een patiënte die nooit meer iets zei, kwam in Topaz wonen. Haar familie was positief verrast: “Ze praat ineens weer!”. Daaraan zie je dat de methode die we op basis van het onderzoek hadden bedacht, heel gericht werkt voor één patiënt. Uiteindelijk zijn we in het onderzoek steeds op zoek naar de balans tussen de meeste autonomie voor de patiënt, en de professionele inschatting van de zorgmedewerkers en behandelaren. Dat deden we eerder ook, maar nu is de scholing eromheen verbetert zodat we het ook aan nieuwe mensen kunnen leren.’

Over scholing gesproken: hoe is het om de verpleeghuismedewerkers te leren onderzoek te doen?

‘Het is leuk dat de meeste medewerkers enthousiast zijn. Ze vinden het leuk om mensen rond te leiden, presentaties te geven. Niet iedereen vindt het even makkelijk om dingen op te schrijven, en het doen van onderzoek zelf, de methode onder de knie krijgen, is ook lastig. Gelukkig is er nu goede Topcare-scholing. Die leert medewerkers wat ze precies kunnen doen. Iedereen denkt meteen aan promotie-onderzoek, maar het kan ook veel kleiner. Je kunt bijvoorbeeld onderzoek doen naar redenen waarom mensen niet naar de dagbehandeling komen. De onderzoekers dachten van tevoren dat patiënten de dagbehandeling afzegden omdat de afstemming met de poliklinische behandeling van het LUMC niet goed was. Of dat de therapie van de dagbehandeling te zwaar was. Maar dat bleek helemaal niet zo te zijn. Het kwam door kenmerken van hun ziekte dat patiënten afzegden. Het beeld kon rechtgezet worden, dat werd goed opgeschreven en de praktijk werd ernaar ingericht. Dit gestructureerd opschrijven en erover communiceren: dat was eerder niet vanzelfsprekend. Zo geeft het onderzoek ook verbetering in de communicatie.’

Wat raad je verpleeghuizen aan die overwegen om zich op te geven voor een Topcare-keurmerk?

‘Doe dit vooral, maar alleen als je een verpleeghuis bent met een concentratie van een bepaalde groep. Als je daar extra goed in bent, iets te bieden hebt en meer kennis in huis hebt dan een gemiddeld verpleeghuis. Je moet ook enthousiaste professionals hebben, die bereid zijn om er echt in te investeren. Je moet een cultuur hebben van “willen verbeteren”. Daar moet ruimte voor zijn. Ook zijn er trekkers nodig die alles aan willen jagen. Als je dat allemaal hebt, dan moet je het zeker doen. Het levert je veel op!’