De Rijnhoven wil zich doorontwikkelen tot een Topcare-expertisecentrum. Onderzoeker en wetenschappelijk adviseur Marije Holstege heeft een adviestraject uitgevoerd en vanuit de Topcare-criteria bekeken wat hiervoor nodig is. Dat heeft geresulteerd in een uitgebreid advies. Een gesprek hierover met Marije Holstege en Trudy Prins, bestuurder van De Rijnhoven.
'De Rijnhoven, een zorginstelling met meerdere locaties met woon-zorgmogelijkheden voor ouderen, ontwikkelt zich steeds meer naar een gespecialiseerde organisatie waarbij onze focus ligt op de zwaardere zorg, zoals psychogeriatrie, psychiatrie en somatiek’, vertelt Trudy Prins. Ze is sinds 7 jaar bestuurder bij De Rijnhoven en werkt 10 jaar in de ouderenzorg. ‘Daarmee sluiten we aan op de zorgbehoefte in Nederland, waarbij de problematiek in zwaarte toeneemt en de gemiddelde leeftijd afneemt.’ Onderdeel van deze focus is steeds meer evidence based gaan werken.
Daarnaast is De Rijnhoven ook thuiszorgaanbieder en werkt in Utrecht met de andere voorkeursaanbieders samen in een Academische Werkplaats. Samenwerking vond eerder plaats in een lerend netwerk. Trudy: ‘Maar dat leidde tot weinig vernieuwing. Dat was de aanleiding dat we Topcare hebben benaderd en hebben verkend wat ervoor nodig is om een Topcare-expertisecentrum te worden op het vlak van intra- en extramurale pg-zorg en eerstelijns ondersteuning voor huisartsen. Dat noodzaakt ons tot ontwikkeling, vernieuwing en het doen van onderzoek.’
Gesprekken en inventarisatie onderzoek
Topcare bracht Trudy in contact met zelfstandig wetenschappelijk adviseur Marije Holstege (Science2care). Ze is werkzaam in de ouderenzorg bij Omring en Zorgcirkel binnen GRZPLUS en in 2017 gepromoveerd op geriatrische revalidatie. ‘Ik houd me al langere tijd bezig met de brug slaan tussen praktijk en de academische wereld’, aldus Marije. ‘Dus ik had er oren naar toen Trudy me vroeg of ik een ontwikkeltraject binnen De Rijnhoven wilde uitvoeren.’
Marije is om te beginnen informatie gaan ophalen door gesprekken met medewerkers en met netwerkpartners. ‘Zo heb ik de huidige stand van zaken met betrekking tot leren en ontwikkelen in kaart gebracht. Uitgangspunt hierbij waren de criteria van Topcare. Langs die lat heb ik gekeken waar De Rijnhoven staat en wat er nodig is om door te ontwikkelen. Alleen een koppeling met de Academische Werkplaats, zoals bij De Rijnhoven het geval is, is onvoldoende. Daarmee is het nog geen lerende organisatie.’
Verder heeft Marije de landelijke en internationale trends bekeken, lopend onderzoek geïnventariseerd en een eerste verkenning gedaan met hogescholen en universiteiten over hoe de verbinding kan worden verstevigd. Daarnaast heeft ze geïnventariseerd hoe De Rijnhoven vanuit de organisatie zelf beter de verbinding kan leggen om de kennisstroom op gang te kunnen brengen en de kennis en expertise te bundelen.
Uitgebreid advies met aanbevelingen
Alle informatie die Marije heeft opgehaald, sluit aan bij de thema’s van Topcare. Zoals: wat wordt er gedaan met praktijkonderzoek, wat sluit aan bij landelijke en internationale ontwikkelingen, wat is er nodig om de samenwerking te versterken? Trudy: ‘Mooi aan deze benadering is dat Marije kijkt naar de mogelijkheden van ontwikkelrichting. Dat kan iets totaal nieuws zijn, een verbetering van bestaande processen maar ook een vertaalslag van een ontwikkeling in een totaal andere sector in de maatschappij. Door deze brede scope kunnen we het beste van buiten naar binnen halen, passend bij onze missie en visie.’
De uitvoering van het ontwikkeltraject heeft geresulteerd in een uitgebreid advies voorzien van aanbevelingen gericht op alle domeinen van de Topcare-criteria. Hier vloeit een ontwikkelrichting uit voort en de eerste te zetten stappen. Een daarvan is de aanstelling van een kwartiermaker onderzoek, die invulling gaat geven aan de beschreven stappen in het advies. Marije blijft betrokken voor de coaching in dit traject. Een geschikte kwartiermaker weet te inspireren en medewerkers in de organisatie mee te nemen in de ontwikkelrichting. ‘Ook moet de kwartiermaker een goede gesprekspartner kunnen zijn voor zowel de bestuurders als de verpleegkundigen op de werkvloer. Mensen van elke geleding binnen De Rijnhoven moeten zich gehoord en begrepen voelen door de kwartiermaker.’
Stevige kennisinfrastructuur
Een andere stap is het formeren van een wetenschappelijke commissie waarbij de kennis wordt gebundeld en er overzicht komt op wat er gebeurt. Dat als grondslag voor een stevige kennisinfrastructuur. De Rijnhoven wil hiermee gaan opereren op het niveau van een Topcare-expertisecentrum en de brug slaan tussen praktijk en wetenschappelijk onderzoek op het gebied van dementie.
Dit traject betreft een complexe organisatieverandering, daar is Trudy goed van doordrongen. Ze heeft er alle vertrouwen in, want Marije vervult een vergelijkbare functie binnen GRZPLUS waarbij in een paar jaar is toegewerkt naar het verkrijgen van een Topcare-predicaat. Marije: ‘De kennis en vanuit de praktijk en wetenschappelijke wereld neem ik mee bij de ontwikkeling van De Rijnhoven richting een goede wetenschappelijke infrastructuur. Hierbij gaan we onderzoek integreren in de praktijk zodat het direct kan bijdragen aan het bieden van excellente zorg en behandeling.’