Verdieping

Samenwerken met wetenschappers, hoe zorg je dat het werkt? Een vraag waarop niet één maar vele antwoorden te geven zijn. Zo bleek tijdens de workshop van 21 maart jl. over dit thema. In dit artikel een terugblik op een middag vol inspiratie en enthousiasme. Plus de tien belangrijkste tips van de experts op een rij.

Divers

Het is een bont gezelschap van zorgorganisaties, die de deelnemers van de workshop deze middag vertegenwoordigen: starters, trotse eigenaren van het Topcare-predicaat en alles wat daar tussen zit. Diversiteit is er ook als het gaat om de manier waarop samenwerking met de wetenschap wordt vormgegeven. Sommigen werken samen met een hoogleraar, anderen weten (alleen of in samenwerking met een collega-zorgorganisatie) een lector of een associate-lector aan zich te binden. Men ondertekent een arbeids- en detacheringsovereenkomst, maar ook een samenwerkingsovereenkomst en een ‘memorandum of understanding’ komen voor.  

 

Prioriteit

Uiteindelijk is voor iedere deelnemer het doel hetzelfde: een samenwerking tussen wetenschap en zorgpraktijk realiseren die daadwerkelijk ‘leidt tot een betekenisvolle bijdrage aan het onderzoek en aan de patiëntenzorg’. En daar ligt meteen de volgende uitdaging. Prof. dr. Wilco Achterberg, als hoogleraar betrokken bij Topaz, schetst hoe hij voor deze zorgorganisatie het internationale Huntington-netwerk heeft ontsloten en hoe de samenwerking bijdraagt aan het maken, delen en verspreiden van nieuwe kennis. Tegelijk is hij eerlijk over de uitdagingen. Zorgorganisaties zijn vaak niet ingericht op onderzoek en wetenschap: financiering is onzeker, de positie van de wetenschapper onduidelijk en het bestuurlijk commitment niet vanzelfsprekend.

 

Cocreatie en coherentie

Dr. Marije Holstege, als hoofdonderzoeker betrokken bij GRZplus, benadrukt in haar presentatie het belang van cocreatie. De samenwerking tussen wetenschap en zorgorganisatie komt pas echt tot z’n recht in een breder netwerk van praktijk, onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven. Daarnaast wijst ze op het belang van coherentie. “Het is belangrijk dat de onderzoeksambities passen in de missie en visie van de organisatie, dat het niet op zichzelf staat maar een logisch geheel vormt waarvoor ook draagvlak is in de organisatie en een bestuurlijk commitment.”

 

Verbinding

Verbinding, dat vat de bijdrage van Dr. Gea van Dijk, als associate-lector verbonden aan de NHL Stenden Hogeschool en Noorderbreedte, in één woord samen. De kracht van het ‘bijzonder lectoraat’ is de stevige verbinding tussen onderzoek en praktijk, hogeschool en zorgorganisatie. “Ik hoor bij beiden en ik voel mij ook echt onderdeel van beiden.” Verbinding maakt de lector tevens met andere onderzoekslijnen, onderzoeksresultaten en lectoraten. Het zoeken van verbinding met een wetenschapper is geen exacte wetenschap, zo stelt Van Dijk vast. “Het staat of valt met een persoonlijke klik.”

 

Aan de slag

Na de pauze gaan de deelnemers in drie groepen aan de slag met concrete uitdagingen, vragen en dilemma’s met betrekking tot de samenwerking met de wetenschap. Die blijken er namelijk genoeg. Wat is eigenlijk een reële tijdsbesteding en passend takenpakket voor een lector? Wanneer moet je een medisch-ethische toetsingscommissie om toestemming vragen en hoe doe je dat? En hoe voorkom je dat een publicatie vervolgens in de beruchte bureaula belandt?  

 

Inspiratie

Alhoewel het vinden van de juiste antwoorden, niet altijd eenvoudig is en in de praktijk vaak voor iedere organisatie een unieke reis van ‘trial and error’; toch kunnen goede ideeën, leerervaringen, fouten, tips en tricks van anderen daarin helpen. En die worden dan ook royaal en openhartig gedeeld tijdens deze workshop. Zo vertellen deelnemers over kenniscafés, de pubquiz, de uitreiking van de Gouden Lamp (beste idee) en Gouden Loep (beste onderzoek), het uitzetten van interne calls voor de financiering van onderzoeksvoorstellen en het voeren van een Socratisch gesprek met zorgmedewerkers.

Misschien is dat ook wel gewoon de kracht van een netwerk als Topcare: ervaringen delen, elkaar inspireren, bevragen en daardoor weer een stapje verder komen op de weg naar een excellente zorg en behandeling.

 

 

Tien tips van de experts

  1. Ga niet van start zonder bestuurlijk commitment; zonder een enthousiaste en betrokken bestuurder die daadwerkelijk tijd en ruimte vrij maakt voor onderzoek ben je nergens.
  2. Zorg voor een stevige kennis- en onderzoeksstructuur in de organisatie; alleen daarin komt de samenwerking met een wetenschapper tot zijn recht.
  3. Zorg voor samenhang tussen missie, visie en strategie enerzijds en de onderzoeksambities anderzijds.
  4. Investeer in een onderzoeksklimaat in de organisatie; daag medewerkers uit zichzelf te ontwikkelen, te leren en nieuwsgierig te blijven.
  5. Laat de wetenschapper (hoogleraar of lector) zichtbaar zijn in de organisatie; maak daarvoor duidelijke afspraken over aanwezigheid op de werkvloer en in overleggen, zoals van  de onderzoekscommissie.
  6. Stel prioriteiten; doorloop liever met vijf onderzoeken de hele onderzoekcyclus, dan enthousiast te starten met twintig onderzoeken die misschien wel leiden tot een publicatie maar nooit tot daadwerkelijk verbetering van de zorg- en behandelpraktijk.
  7. Denk goed na over de formele positionering van de wetenschapper in de organisatie; een directe lijn met de Raad van Bestuur is cruciaal, maar evengoed korte afstand tot de zorgpraktijk.
  8. Wees creatief als het gaat om het formaliseren van de samenwerking; er is veel mogelijk: arbeidsovereenkomst, detacheringsovereenkomst, samenwerkingsovereenkomst, memorandum of understanding.
  9. Doe het niet alleen; maak verbinding met onderwijs, onderzoek, andere zorgpraktijken en bedrijfsleven en maak zo cocreatie mogelijk. 
  10. Vier je successen! Én deel ze, in de organisatie maar ook daarbuiten. Het is gewoon ontzettend leuk en een groot compliment om elders te mogen vertellen over het onderzoek dat je hebt uitgevoerd.