Terug naar overzicht

Onderzoek gaat altijd door!

Interview met dr. Gea van Dijk, associate lector NHL Stenden Hogeschool en adviseur Kwaliteit en Innovatie  Noorderbreedte

 

Wat voor onderzoek doen jullie meestal?

Wij doen vanuit de hogeschool altijd praktijkonderzoek waarbij studenten in bijvoorbeeld de huizen van Noorderbreedte langskomen. Zij spreken dan met cliënten, familie  en medewerkers. Dus dat is eigenlijk altijd praktijkgericht, met kwalitatieve onderzoeksmethoden en in gesprek met alle betrokkenen.

 

Dat klinkt als onmogelijk in tijden van corona.

Precies! Dit is geen onderzoek waarbij je je terug kunt trekken in een laboratorium of achter een laptop. Je moet echt bij de cliënten langs om te achterhalen hoe de praktijk eruit ziet. Het probleem is dat we deze praktijkonderzoeken niet een paar weekjes of maanden kunnen uitstellen, want de studenten hebben hun onderzoek nodig om af te studeren.

 

Als het alleen om afstuderen gaat, kun je dan niet werken met fictieve data?

Dat was inderdaad een suggestie. Maar dat vind ik niks. Ten eerste gaat onderzoek nu juist om het achterhalen van hoe dingen echt zijn, niet om het verzinnen van hoe het misschien zou kunnen zijn. Ten tweede is het mooie van praktijkonderzoek dat de praktijk er ook echt iets aan heeft. En de uitkomsten van onderzoek met fictieve data kunnen we weinig mee.

 

Gea van Dijk 

 

Dus hoe dan wel?

We moeten creatieve oplossingen verzinnen. Zoals deze: een van de onderzoeken gaat over de meerwaarde van Tessa, de zorgrobot bij iemand met het syndroom van Korsakov. Normaal zou de  cliënt zelf de respondent zijn voor een waarderingsonderzoek. Maar deze cliënten vinden het moeilijk om op afstand vragen te beantwoorden.

De studenten hebben bedacht dat ook de verzorgende van een cliënt die Tessa gebruikt een respondent kan zijn. Die aanpak verandert natuurlijk het onderzoek, maar maakt het niet minder bruikbaar. De verzorgende komt nog bij de cliënt, soms als enige,  kan goed zien hoe iemand  gebruikmaakt van Tessa en observeert welke veranderingen hij/zij al dan niet ziet bij de cliënt.

 

En de verzorgende kan ook helpen met beeldbellen?

Dat proberen we inderdaad in een ander onderzoek. Dat is een actie-onderzoek over leren omgaan met agressie en depressie bij thuiswonende ouderen. Aanvankelijk zou een cliënt centraal staan in een groepsgesprek met betrokken medewerkers en daar zijn of haar verhaal vertellen. De medewerkers zouden daar dan ter plekke op reageren en van elkaar leren. Dat kan natuurlijk niet meer live. Maar de cliënt kan misschien wel haar of zijn verhaal vertellen in MS Teams met hulp van een verzorgende. Het is altijd een next-best oplossing, maar we worden er wel creatief van.

 20 april, opgetekend door David Engelhard

 

Zie ook het vorige artikel in deze serie: Topcare in tijden van corona: Lia de Jongh